Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ7336

Datum uitspraak2007-01-25
Datum gepubliceerd2007-01-30
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers04/23
Statusgepubliceerd


Indicatie

De proceseconomie is gediend met terugverwijzing naar de kantonrechter, voor zover in de andere zaak, waarin de zelfde vordering op de subsidiaire grondslag aanhangig is, nog niet is beslist.


Uitspraak

Uitspraak: 25 januari 2007 Rolnummer: 04/23 Rolnummer rechtbank: 299163/02-15319 HET GERECHTSHOF TE ’S-GRAVENHAGE, kamer MC-5, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van 1. GESTE HOLDING B.V., 2. GESTE BEHEER- EN EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ B.V., beide gevestigd te Rijswijk, appellanten, hierna te noemen: Geste c.s., procureur: mr R. de Mooij, alsmede VOORHOUT MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te ‘s-Gravenhage, gevoegde partij, hierna te noemen: Voorhout, procureur: mr H.M.L. Brands, tegen de vennootschap naar buitenlands recht FIELMANN A.G., gevestigd te Hamburg, Duitsland, geïntimeerde, hierna te noemen: Fielmann, procureur: mr H.C. Grootveld. Het verdere geding Bij tussenarrest van 1 juni 2006 heeft het hof de zaak naar de rol verwezen. Beide partijen hebben een akte genomen. Partijen hebben wederom hun procesdossiers overgelegd en arrest gevraagd. Verdere beoordeling van het hoger beroep 1. Het hof blijft bij hetgeen in zijn tussenarrest is overwogen en beslist. Het hof heeft bij tussenarrest beslist dat de grief gegrond is en dat het vonnis van de kantonrechter zal worden vernietigd. In verband met de afdoening van de zaak heeft het hof partijen verzocht hem te informeren over de stand van zaken in de procedure bij de sector civiel van de rechtbank betreffende de vordering op de subsidiaire grondslag. 2. Partijen hebben het hof laten weten dat de procedure aanhangig bij de sector civiel betreffende de subsidiaire grondslag onder rolnummer 02/1943 op de ‘parkeerrol’ staat voor 3 oktober 2007 en dat een inhoudelijke behandeling van deze vordering door de rechtbank ’s-Gravenhage tot op heden niet heeft plaatsgevonden. Partijen kunnen zich dan ook vinden in het voornemen van het hof de zaak te verwijzen naar de sector kanton van die rechtbank. Het hof zal dienovereenkomstig beslissen. 3. Het hof ziet aanleiding de kosten van het hoger beroep te compenseren. Beslissing Het hof: - vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank ’s-Gravenhage, sector kanton, locatie Den Haag, van 25 september 2003; - verwijst de zaak ter verdere afdoening terug naar de rechtbank ’s-Gravenhage, sector kanton, locatie Den Haag; - compenseert de kosten voor zover in hoger beroep gevallen aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt. Dit arrest is gewezen door mrs J.C. Fasseur-Van Santen, A.D. Kiers-Becking en C.J. Verduyn en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 januari 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.